Om meer zicht te krijgen op de speelsterkte van Jack, speelde het programma afgelopen voorjaar een zevental matches tegen sterke menselijke tegenstanders. In deze aflevering een terugblik op de match tegen Bart Nab en Gert-Jan Paulissen.
In de vorige afleveringen hebt u kunnen lezen dat Jack in de eerste zes matches uitstekend gepresteerd heeft. Als zevende en laatste tegenstander stond het paar Nab-Paulissen op het programma. Zeven geldt als een geluksgetal, maar ik heb daar inmiddels alle vertrouwen in verloren. Zo'n beetje alles dat verkeerd kon gaan, ging verkeerd. Het begon allemaal een paar uur voor de wedstrijd. Toen het biedsysteem van Nab-Paulissen op de laptop gezet werd, begaf Windows het en weigerde op te starten. In sneltreinvaart werden de noodzakelijke bestanden van de ontwikkel-PC op CD gezet en gewapend met een paar schijfjes begaven Hans Kuijf, Martin Pattenier en Berry Westra zich naar Utrecht. Zelf was ik uitgerekend deze avond verhinderd. De NBB (waar de wedstrijd verspeeld werd) kon gelukkig van dienst zijn met een PC en na enig oponthoud kon het eerste spel gespeeld worden.
Vrijwel alle topbridgers hebben hetzelfde nadeel als ze tegen Jack (of een willekeurig ander programma) spelen. Ze zijn niet gewend om tegen een computer te bridgen. Gert-Jan Paulissen heeft dat nadeel niet. Als betrokkene bij de ontwikkeling van het Eindeloos Bridge programma weet hij als geen ander waar de computer moeite mee heeft. Het is dan ook geen toeval dat Jack juist tegen dit paar verschillende malen op zijn starheid gewezen werd. Nab-Paulissen speelden de wedstrijd bovendien zeer professioneel en geconcentreerd. Hun overwinning van 90-26 was volkomen verdiend.
Zoals ik in het eerste artikel al aangaf, waren de matches georganiseerd om meer te weten te komen over het speelniveau van Jack. Hoe goed speelt een wereldkampioen op dit moment nu eigenlijk en wat zijn zijn sterke en zwakke punten vergeleken met een mens? De wedstrijd tegen Nab-Paulissen is uitermate geschikt om een zwak punt van Jack te belichten. Zijn starre houding en goedgelovigheid is ons natuurlijk bekend, maar het leek in de andere matches allemaal wel mee te vallen. Tegen Nab-Paulissen werden we echter hardhandig met onze neus op de feiten gedrukt: in sommige opzichten ligt de mens nog jaren voor op de computer. Wanneer computers onderling spelen komen onderstaande 'gebreken' niet aan de oppervlakte, maar in de confrontatie mens-machine zijn ze des te opvallender. Van je fouten leer je het meest en daarom hebben we de match tegen Nab-Paullissen uitgebreid bestudeerd. Laat ik echter vooropstellen dat we met onderstaande analyse geenzins afbreuk willen doen aan de prestatie van Nab-Paulissen. Ook de discussie over 'full disclosure' is op geen enkele wijze negatief bedoeld ten opzichte van dit paar. Bij computers ligt 'openheid van zaken' nu eenmaal strakker dan bij mensen, omdat die wel vragen kunnen stellen en computers niet. Dit artikel is louter bedoeld om aan te geven wat de stand zaken is bij computerbridge en waar we bij Jack nog aan moeten werken.
Een tegenscore van 90 IMPs over 28 spellen is extreem voor Jack. Waar lag het aan? Wanneer we een analyse maken van de 90 verloren punten, dan blijken ze grofweg in zes categorieën te verdelen:
Met name categorie F kostte veel en aan de hand van een paar spellen wil
ik daar eens naar kijken. Alleerst iets over de werking van het programma.
Door de programmeurs is Jack gedwongen de eerste anderhalve biedronde en de
uitkomst heel serieus te nemen. Wanneer iemand 1
opent is het bijvoorbeeld onzin hem op twee hartens en zes schoppens te
taxeren. Nee, Jack kijkt dan voornamelijk naar handen die bij het gegeven
biedsysteem inderdaad een 1
-opening zijn. In het
verdere biedverloop zit meer rek en daar mag de tegenstander zo frivool zijn
als hij maar wil. De basishand is dan immers al vrij nauwkeurig omschreven.
Zodra er tijdens het bied- of spelverloop een tegenspraak gevonden wordt,
dan worden deze grenzen iets verlegd. Als Jack tegen zijn soortgenoten
(andere computers) speelt, kloppen de aannames vrijwel altijd en zou het dus
dom zijn om dergelijke perfecte gegevens op te gaan rekken. Tegen mensen
ligt dat een tikkie anders.....
Hieronder volgen drie spellen, waarin Nab-Paulissen met kleine 'leugentjes' - die tegen collega meesterklassers geen gevolgen zouden hebben - Jack het bos in stuurden. Kijk en huiver.
Geval 1 (spel gedraaid):
|
|
1 is Dutch Doubleton (rondeforcing) en
1
echt of 0-7 punten. Het verdere biedverloop is
natuurlijk.
Het 2-contract is kansloos, maar dat is geen
ramp want OW kunnen een klaverendeelscore maken. Maar wat is kansloos...
De uitkomst van 10 loopt naar de vrouw van de
leider. Ruitenvrouw is voor de heer en OW rapen twee klaveren op, waarna
west weer harten speelt. Oost wint met het aas en vervolgt hartenboer, die
de dummy moet troeven. De verdediging is nog steeds op de goede weg, want
de dummy is nu ingekort, zodat de ruitenkleur niet meer benut kan worden.
Paulissen probeert het natuurlijk nog wel en speelt ruiten via de tien voor
het aas.
|
West is aan slag en kan met 9 zijn partner
kinderlijk eenvoudig een overtroever geven. Jack speelde echter
8: 2
contract. Waarom? Heel
simpel, zuid had 1
herboden en 'dus' zeker geen
vierkaart harten. De leider had volgens Jack een 4-3-2-4 of misschien een
4-3-3-3 verdeling. Harten na is dan in de dubbele renonce en laat
2
zomaar maken.
Het spel kostte nu 4 IMPs en zou anders hebben uitgeslagen. Verschil:
4 IMPs.
Geval 2 (spel gedraaid):
|
Na een 1-opening van oost was zuid leider
geworden in 4
. Een klaverenstart brengt dat tot
zinken, maar Paulissen koos voor
6. Gunstig? Dat
bleek tegen te vallen. Nab nam
A en speelde
H na, getroefd door de leider. Een kleine harten
liep via de heer naar het aas en schoppenboer was voor de heer van zuid. Na
het troeftrekken was dit over:
|
De leider kan zijn contract simpel maken door west zijn ruitenheer te geven. Jack speelde echter schoppen naar de vrouw en ging down!
Hoe kon hij
zo dom zijn? Het antwoord is dat Jack helemaal niet dom is, maar WIJ bij de
voorbereiding zo dom waren geweest om de uitkomsten van Paulissen-Nab op
tweede-vierde te zetten. Nu west 6 gestart was en
later
2 bijspeelde, kon hij volgens Jack geen
tien-vierde gehad hebben. Weliswaar zit er altijd een kleine factor in om
die informatie niet helemaal voor 100% te vertrouwen, maar Jack was er in
zijn berekeningen zeker van dat west nu precies met een driekaart schoppen
begonnen was. Schoppen naar de vrouw en ruiten na om te snijden voor een
overslag leek dus aangewezen. Niet al te snel een impje laten lopen
tenslotte.
Het spel kostte 1 IMP waar het er 10 had kunnen winnen. Verschil: 11 IMPs.
Geval 3 (spel gedraaid):
|
|
Na de V start van west is 3SA volkomen kansloos,
maar oost speelde hartendrie bij en blokkeerde zo de kleur! Dit stelde zuid
in staat om twee klaverslagen te ontwikkelen en zijn contract te maken.
Waarom deblokkeerde oost in godsnaam A niet?
Achteraf is het allemaal weer verklaarbaar. Systematisch beloofde 1SA
15-17 punten en al hield Jack rekening met één, twee punten speling, de
twintigpunter van Paulissen kwam bij zijn analyse niet voor. Dat betekende
dat oost in zijn analyses 3SA meer dan een down zag gaan. Hij wist echter
alleen nog niet of hij daarvoor harten moest terugspelen of schoppen moest
switchen. Om zichzelf die keuze te besparen, bewaarde hij hartenaas nog
even! Wanneer we 1SA omschrijven met een ruimere range (bijvoorbeeld 15-20),
is er ineens geen enkel probleem en pakt oost als een haas
A om harten terug te spelen. Het spel kostte nu
12 IMPs en had anders 5 IMPs gewonnen. Verschil: 17 IMPs.
Het is duidelijk dat Jack veel flexibeler moet omgaan met de beschikbare feiten. Dat lijkt logisch, maar verhult eigenlijk het werkelijke probleem. Bridge is een spel met full disclosure. De afspraken moeten op verzoek worden toegelicht, maar daarbij hoef je natuurlijk geen gegevens te vermelden die logischerwijs achterhaald kunnen worden. In geval drie voelt een menselijke bridger na het 3SA bod op zijn klompen aan dat zuid aanzienlijke overwaarde heeft. Jack heeft geen gevoel en kan ook niets vragen. Hij is geheel aangewezen op de informatie die hem gegeven wordt door zijn programmeurs.
Waarom is Jack eigenlijk zo star en waarom is flexibiliteit geen
uitgangspunt bij het ontwerp? Het antwoord is simpel. Het begin van de
bieding en de uitkomst zijn in het algemeen heel betrouwbaar. Het kost meer
dan het oplevert om die feiten niet serieus te nemen. In wedstrijden tussen
computers onderling is afgesproken dat full disclosure door de programmeurs
bewaakt wordt. Wijkt een programma af van de gangbare biedtheorie, dan mag
de tegenstander dat ter plekke invoeren. In geval 1 zou dat betekenen: de
1-herbieding ontkent geen vierkaart harten. Als we
volgens die regels zouden spelen, hadden we Jack in alle drie de gevallen
mogen vertellen wat er aan de hand kon zijn. In deze wedstrijdenreeks hadden
we ons daarmee echter op glad ijs begeven. Criticasters zouden dan immers
kunnen stellen dat de programmeurs Jack tijdens de wedstrijd zaten te helpen
door (al dan niet logische) conclusies in te voeren. Om die discussie te
vermijden was besloten Jack in geval van twijfel aan zijn lot over te laten.
Het is duidelijk dat dit Jack punten heeft gekost in de wedstrijd tegen
Nab-Paulissen. Wanneer Jack bovenstaande spellen tot een goed einde had
gebracht was de uitslag 26 - 58 geweest. Nog steeds een grote nederlaag,
maar meer in de lijn met het verschil in bridgeniveau.
Bovengenoemde voorbeelden maken duidelijk dat full disclosure in een wedstrijd tussen mens en computer iets anders is dan tussen mensen onderling. Voor toekomstige wedstrijden zullen we daar nog eens goed naar moeten kijken. Jack vragen laten stellen is geen goed idee. Hij zal dan op elk spel honderden vragen stellen, meestal naar de bekende weg. Een aantal jaren geleden werd deze oplossing aangedragen door Matt Ginsberg, de programmeur van GIB. Hij vond dat full disclosure betekende dat je alles mocht vragen en stelde voor om dat in computerwedstrijden ook toe te staan. Veel tijd kostte dat niet en technisch was er geen belemmering. Lijkt een goed idee maar is in feite belachelijk: toestaan om per spel talloze vragen te stellen in de trant van: "had je partner met deze hand zus en zo geboden", enkel met het doel om erachter te komen wat de tegenstander in handen kan hebben, heeft weinig met bridge te maken en meer met je eigen luiheid of incompetentie om bepaalde conclusies te trekken. Zo is full disclosure natuurlijk niet bedoeld.
Al met al hebben de matches veel nuttig materiaal opgeleverd. We willen de deelnemende paren dan ook hartelijk danken voor hun medewerking.
De eindstand:
Jack | - | Bart Nab & Gert-Jan Paulissen | 26 - 90 | |
Jack | - | Paul Felten & Eric van Valen | 43 - 60 | |
Jack | - | Erik Janssen & Jeroen Top | 43 - 51 | |
Jack | - | Vincent Ramondt & Berry Westra | 45 - 53 | |
Jack | - | Jan van Cleeff & Vincent Kroes | 61 - 46 | |
Jack | - | Hanneke Kreijns & Just vd Kam | 74 - 53 | |
Jack | - | Ton Bakkeren & Huub Bertens | 67 - 32 | |
Wim Heemskerk