Het Moscito systeem
Moscito inleiding
Tijdens het bieden is het van groot belang zo snel mogelijk te achterhalen of er een fit
in een hoge kleur is om vervolgens naar het juiste niveau te bieden.
Daarmee voorkom je dat de tegenstanders met elkaar kunnen communiceren en bovendien
geef je zo weinig informatie over je eigen handen weg.
Het gevolg is dat je wel eens een contract mag spelen, terwijl het eigenlijk 'hun hand' is
of dat ze overbieden en zelf down gaan.
Moscito is ontwikkeld met bovenstaande doel in het achterhoofd.
Om te beginnen de openingstructuur:
Moscito verdeelt handen in twee groepen,
namelijk die met 9-14 punten en die met 15+ punten.
In plaats van de gebruikelijke vage 11-20 range weet de antwoorder in
ons geval direct in welk interval de hand van de openaar past.
Moscito legt de nadruk op de hoge kleuren en er wordt meestal direct aangegeven
of de openaar een vierkaart harten of schoppen heeft.
In standaard biedsystemen wordt vaak een lage kleur geopend al of niet met een vierkaart hoog ernaast.
Het tweede sterke punt van Moscito is de antwoordenstructuur:
Het goedkoopste bod toont altijd een sterke hand en begint een relay-serie.
Andere biedingen komen daarmee automatisch vrij voor zwakkere handen.
De bieding verloopt natuurlijk en je kan vaak verantwoord het beste eindcontract gokken.
Deze aanpak staat loodrecht op de traditionele biedsystemen,
waar één bod gebruikt wordt om alle zwakke handen te tonen en
alle andere biedingen gebruikt worden voor sterke handen.
Moscito overzicht
Het is ondoenlijk om een detail overzicht te geven van
het Moscito systeem. We zullen regelmatig meer informatie
geven op de website van Jack. Binnenkort verschijnt er
ook een boek van de hand van Paul Marston over Moscito.
Mocht u daar interesse in hebben, stuur dan een email.
Moscito gebruikt naast HP, QP om de kracht van een hand aan te geven:
Definitie QP='queenpoints' (ook wel 'slempoints' genoemd): Aas=3 Heer=2 Vrouw=1
Eerste en tweede hand
1 = 15+ HP
Antwoorden na 1
1 = mancheforcing (QP=6+, eventueel QP=5 met veel distributie); geen 5440
1 = semi-positief (QP=3-5); evenwichtig OF onevenwichtig zonder vijfkaart hoog OF een 4441; geen eenkleurenspel ruiten
1 = negatief (QP=0-2)
1SA = semi-positief; onevenwichtig met 5+ harten en lage kleur OF eenkleuren spel ruiten OF 5440 met vijfkaart hoog
2 = semi-positief; 5+ schoppen en lage kleur OF eenkleurenspel harten
2 = semi-positief; 5+ schoppen en vierkaart harten OF eenkleurenspel schoppen
2 = semi-positief; 5+ harten en vierkaart schoppen
2 = semi-positief; 5+ harten en 5+ schoppen
2SA = mancheforcing; elke 5440 met renonce hoge kleur
3 = mancheforcing; willkeurige dichte zevenkaart
3 = mancheforcing; elke 5440 met renonce ruiten
3 = mancheforcing; 4=4=5=0
3 = mancheforcing; 4=5=4=0
3SA = mancheforcing; 5=4=4=0
Na 1 kan de openaar via relays, te beginnen met 1,
de hele hand van antwoorder opvragen.
Met een relatief zwakke hand (QP=9-11) doet openaar er in het algemeen
beter aan niet te vragen, maar zijn hand te omschrijven (te beginnen vanaf 1).
1 = 9-14 HP; 4+ kaart harten
Harten is niet per se de langste kleur.
Met 4-4 in de hoge kleuren wordt 1 geopend, met 5+ kaart harten
is de schoppenkleur korter.
Met vijfkaart laag en vierkaart harten wordt altijd 1 geopend.
Met een 6+ kaart laag en vierkaart harten wordt wel de lage kleur geopend.
Na 1 kan antwoorder met relays, te beginnen bij 1,
de hele hand van openaar opvragen.
Andere bijzondere antwoorden:
2 = invite met hartenfit (vanaf vierkaart)
3 = driekaart harten, 6+ klaveren; 6-8 verliezers (LTC)
3 = driekaart harten, 6+ ruiten; 6-8 verliezers (LTC)
3 = semi-preëmptief
3/4/4 zijn splinterbiedingen
Biedingen zonder sprong in een nieuwe kleur zijn rondeforcing.
1 = 9-14 HP; 4+ kaart schoppen
Schoppen is niet per se de langste kleur. Met vijfkaart laag en
vierkaart schoppen wordt altijd 1 geopend. Met een 6+ kaart laag
en vierkaart schoppen wordt wordt wel de lage kleur geopend.
Na 1 kan antwoorder met relays,
te beginnen bij 1, de hele hand van openaar opvragen.
Andere bijzondere antwoorden:
2SA = invite met schoppenfit (vanaf vierkaart)
3 = driekaart schoppen, 6+ klaveren; 6-8 verliezers (LTC)
3 = driekaart schoppen, 6+ ruiten; 6-8 verliezers (LTC)
3 = driekaart schoppen, 6+ harten; 6-8 verliezers (LTC)
3 = semi-pre‰mptief
4/4/4 zijn splinterbiedingen
Biedingen zonder sprong in een nieuwe kleur zijn rondeforcing.
1SA = 11-14 HP; evenwichtig (vijfkaart hoog toegestaan)
2 = 10-14 HP; 6+ klaveren; maximaal een vierkaart in een hoge kleur (geen vierkaart ruiten)
2 = Multi; zwakke twee in harten of schoppen
2/2 = Muiderberg
Zwak tweekleurenspel met vijfkaart in geopende hoge kleur en
4+kaart in een lage kleur; met 2SA kan antwoorder naar de lage kleur vragen
2SA = zwak met de lage kleuren
Derde en vierde hand
In de derde en vierde hand verandert er erg veel. Aangezien partner al
gepast heeft zijn 1 en 1SA sterker en zijn 1 en 1 echt. Een kort
overzicht:
1 = 17 + HP;
Vervolg gelijk als bij 1 in eerste of tweede hand
1 = 10-16 HP; 11-13 SA hand OF een Precisie 1
1 = 10-16 HP; 4+kaart harten
1 = 10-16 HP; 4+kaart schoppen
1SA = 14-16; evenwichtig (geen vijfkaart hoog)
2 = 10-16 HP; 6+ kaart klaveren
2 = eenkleurenspel ruiten
10-16 HP in de derde hand, 13-16 HP in de vierde hand
2 = zwakke twee; 6-10 HP in de derde hand (vijfkaart mogelijk),
10-12 HP met zeskaart in de vierde hand
2 = zwakke twee; 6-10 HP in de derde hand (vijfkaart mogelijk),
10-12 HP met zeskaart in de vierde hand
2SA = lage kleuren; 4-9 HP in de derde hand, 13-16 HP in de vierde hand