Jack doet de biedwedstrijd (1)

Nog een paar maanden en de eerste versie van het computerprogramma Jack ligt in de winkel. Om u een indruk te geven van zijn capaciteiten laten we Jack dit keer meedoen aan de biedwedstrijd die u elders in dit nummer vindt. Vooraf nog even iets over de werking van het programma. Jack krijgt tijdens het bieden de ondersteuning van een theorieboek. Dit boek bevat een groot aantal regels die Jack voorschrijven wat hij moet doen. Zolang de bieding 'in zijn boek' staat is Jack niet vrij om te kiezen en volgt hij gedisciplineerd de regels. Zodra hij uit zijn theorie komt staat Jack op eigen benen. Zoals in een vorige aflevering reeds verteld, schudt hij in dat geval heel veel handen die voldoen aan de eigenschappen van de bieding tot op dat moment. Uit deze duizenden spellen selecteert hij de 60 best passende (de zogenaamde samples) en speelt deze met open kaarten uit. Op basis van de resultaten hiervan kiest hij zijn volgende actie.

De taak van de programmeurs is een evenwicht te vinden tussen het geven van voorschriften en Jack de vrije hand laten. Neem bijvoorbeeld de volgende hand:

A H 8 3 2
A 6 3
V 7 5
7 4

Zou Jack geen theorieboek hebben dan is het niet ondenkbaar dat hij deze hand opent met 4! Uitgaande van deze hand bekijkt hij immers een aantal handen die zijn partner kan hebben en in een redelijk percentage daarvan is 4 een schappelijk contract. Dit soort wild-west biedingen zijn eenvoudig te vermijden door in het boek vast te leggen met welke handen hij verplicht 1 moet openen. Bovenstaande hand hoort hier natuurlijk ook bij. Stel nu dat zijn partner 3 bijbiedt: 10-11 punten met vierkaart schoppen. Als mens ga je nu 'punten tellen'. Dertien is minimaal, maar je hebt een vijfde schoppen en ook de doubleton klaveren is een pluspunt. V75 is minder mooi. Liever zou je bijvoorbeeld V109 hebben. Dezelfde punten, maar meer 'body'. U begrijpt dat het niet meevalt de volgende actie van de openaar met regels vast te leggen. En gelukkig hoeft dat hier ook niet. Dankzij het nauw omschreven 3-bod kun je Jack veel beter zelf zijn gang laten gaan. Hij schudt en rekent zich een ongeluk aan de handen die zijn partner kan hebben. Het resultaat mag er dan ook zijn en benadert de werkelijkheid veel beter dan het voorstellingsvermogen van de mens. Voor de nieuwsgierigen: Jack past. Ook als je 7 verandert in B past Jack op 3, maar als je 7 vervangt door B (B wordt weer 7) biedt hij wel 4. Blijkbaar is de ruitenkleur de kritieke factor.

Laten we nu eens kijken hoe de biedwedstrijd verloopt. Voor de goede orde zeg ik er hier nog even bij dat dit de versie is die tijdens het WK in Maastricht meedeed. Het programma dat binnenkort op de markt komt bevat ook de theorieboeken die aansluiten bij 'Bieden met Berry', Biedermeijer Groen enzovoort.

Spel 1, O/NZ
2
V B 10 7 5 2
H 8 6 4
7 6
    
N
  W        O
    
Z
A H V 5 3
9
10 7 5
A 10 9 3
West
-
1SA
2
Oost
1
2
pas

Jack biedt exact als het voorgeschreven biedverloop. Na 2 is hij 'uit zijn theorie'. 2 vindt hij zelf en ook de pas van oost is geen probleem voor hem. Score: 10.

Spel 2, W/Allen
V 10 6 5 3
A H 10 4 2
8 6
H
    
N
  W        O
    
Z
A H 7
V 3
9 5 4 2
B 9 7 2
West
1
3
4
Noord
2
pas
pas
Oost
3*
3
pas
Zuid
pas
pas
pas

Het 3-bod wordt door Jack gealerteerd en uitgelegd als 'driekaart schoppen en minstens 10 punten'. Hierna is Jack uit zijn theorie en de volgende drie biedingen leidt hij af uit zijn samples. Met 3 geeft oost aan dat hij niet veel meer heeft dan de eerder genoemde 10 punten. Desondanks kiest west voor 4. Het resultaat is mooi, maar de gekozen weg zet de programmeurs aan het denken. Waarom biedt west niet direct 4 als hij toch naar de manche wil? De omweg die hij kiest impliceert in menselijke logica een hand met sleminteresse. Score op dit spel: 10. Totaal: 20.

Spel 3, O/-
6
V B 2
A 10 6 5 3
A H 9 2
    
N
  W        O
    
Z
8 7 3 2
A H 3
H V B 2
10 6
West
-
3*
4*
5
pas
Oost
1
4*
4SA
6*
 

Het splinterbod is theorie en Jack vertelt behulpzaam: 'vanaf 12 punten, ruitenfit en singleton of renonce schoppen; geen vierkaart harten en ook geen vijfkaart klaveren.' Na 3 ziet oost slemmogelijkheden en begint met controlebiedingen. Het 4-bod van west is wat teveel van het goede. Logisch gezien zou het een controle in klaveren moeten aangeven. Die heeft oost immers ontkend. Daar wordt aan gewerkt, maar op dit moment vertelt 4 alleen dat er eerste of tweede controle in schoppen aanwezig is. Na deze 'echo-cue' vraagt oost azen en legt aan in klein slem. Score op dit spel: 10. Totaal 30.
Een mooi resultaat, maar enigszins geflatteerd want de bieding op spel 2 oogt niet consequent.