Deze opgaven werden besproken in het aprilnummer 2007 van BRIDGE.
Antwoorden van Jack | |||
4 | 100 |
4
Jack mag van zijn makers niet splinteren (3) met een secce aas. 4 (sterk, hartensteun en goede zeskaart ruiten) is echter een aardig alternatief. |
|
3 | 90 | ||
4 | 80 | ||
3 | 60 | ||
2 | 10 | ||
rest | 0 | ||
1 | 100 |
3SA
Jack zit een beetje vast. 1 en 1 beloven een vijfkaart en het cuebid van 2 belooft een ruitenfit. Vandaar 3SA. |
|
3SA | 90 | ||
2 | 80 | ||
2SA | 70 | ||
1SA | 40 | ||
rest | 0 | ||
5 | 100 |
4SA
In veel samples heeft de openaar hooguit een singleton schoppen en is slem OK. Bij Jack is 5 geen cue. En als het dat wel zou zijn, zou het een eerste controle beloven. |
|
5 | 90 | ||
4SA | 70 | ||
6 | 60 | ||
4 | 50 | ||
pas | 40 | ||
rest | 0 | ||
3 | 100 |
4
Jack vindt zijn hand te sterk(!) en de hartenkleur te kort voor 3. 3 biedt hij niet, omdat hij 3SA ook met een schoppendekking bij partner niet ziet zitten. Dan maar een poging voor 5. |
|
4 | 80 | ||
4 | 80 | ||
3 | 80 | ||
pas | 70 | ||
5 | 60 | ||
3SA | 20 | ||
rest | 0 | ||
x | 100 |
4
Tegen de richtlijn in dat je met troeflengte tegen met je lange zijkleur moet uitkomen. Volgens Jack is 4 verreweg de meest kansrijke uitkomst. Harten komt op de tweede plaats. Verschil tussen klaveren en schoppen ziet hij niet. De percentages. Downkans met ruiten uit: 80%, met harten: 60% en met klaveren of schoppen. 40%. |
|
x | 90 | ||
90 | |||
A | 80 | ||
H | 80 | ||
80 | |||
rest | 0 |